Skip to main content

Toetsen op niveau


We bieden gecertificeerde toetsen per taalvaardigheid aan (Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken, Gesprek voeren) en per niveau (CEF-niveaus en F-niveaus) voor Nederlands als tweede taal (NT2) en Nederlands als eerste taal (NT1).

Als taalschool hebben wij een licentie bij Bureau ICE. Dit bureau heeft gecertificeerde taaltoetsen ontwikkeld die geschikt zijn voor het toetsen van de vijf taalvaardigheden tot en met niveau B1. Wil je je taalniveau toetsen? Neem contact met ons op. 

NT2

Nederlands als Tweede Taal (NT2) wordt aangeduid in de volgende CEF-niveaus: A1-A2, B1-B2 en C1-C2. Deze niveaus worden in heel Europa gebruikt en erkend:

  • Alfa A, Alfa B, Alfa C (Alfa C is gelijk aan A1-niveau): Nog niet-gealfabetiseerde gebruiker
  • A1 – A2: Basisgebruiker
  • B1 – B2: Onafhankelijke gebruiker
  • C1 – C2: Vaardig gebruiker

NT1

Nederlands als Eerste Taal (NT1) wordt aangeduid als de z.g. Meijerink-niveaus en uitgedrukt in de volgende F-niveaus: 1F, 2F, 3F en 4F:

  • 1F: Basisgebruiker. Het niveau aan het einde van de lagere school;
  • 2F: Onafhankelijke gebruiker. Het niveau aan het eind van het vmbo (bb/kd) en mbo jaar 1 en 2;
  • 3F: Onafhankelijke gebruiker. Het niveau aan het einde van vmbo gl/tl, mbo-4 en havo;
  • 4F: Vaardige gebruiker: het niveau aan het einde van een vwo-opleiding.

Schema met CEF en F-niveaus

 Basisgebruiker
A1

Kan vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen begrijpen en gebruiken. Kan zichzelf aan anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. Kan op een simpele wijze reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk praat en bereid is om te helpen.
A2 – 1F

Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op het gebied van diverse behoeften beschrijven.
Onafhankelijk gebruiker
B1 – 2F

Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar de betreffende taal wordt gesproken. Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen.
B2 – 3F

Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanning met zich meebrengt. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties.
Vaardig gebruiker
C1 – 4F

Kan een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Kan een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden.
C2

Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenten reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen. Kan zichzelf spontaan, vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij fijne nuances in betekenis, zelfs in complexere situaties, onderscheiden.

Nieuwsbrief

Wilt je ook op de hoogte blijven van Taaltutor? Meld je nu aan voor de nieuwbrief

© Caro Grafico. All rights reserved.